maandag 10 oktober 2011

Voorlezen op scholen

Voorlezen van een kinderboek is een hoofdstuk apart.
Op zich is het vrij eenvoudig om met de juiste intonatie, de juiste klankkleur en perfect getimede volumesterktes een verhaal goed voor te lezen. Zeker als je je doelgroep kent en je de leeftijdsgroep zelf kunt bepalen zodat het begrip van de luisteraartjes volledig aansluit bij de inhoud van het boek dat je - in dat geval vrijwel ongestoord - voorleest.
Ik heb ooit voorgelezen en voorgedragen uit 'Het Onbekommerde Leven' in een verpleeghuis. Ik had twee zinnen enthousiast uitgesproken toen een rauwe kreet de ruimte in denderde: 'Ik moet plassen...' Twee zinnen verder drong de dringende boodschap opnieuw tot alle aanwezigen door. Je bent dan wel even van je apropos.
Bij kinderen is het een graadje lastiger. De 'plasmevrouw' werd door een begeleidster naar de wc geloodst. Maar kinderen ('zijn hinderen' zei vader Cats) gaan op hun stoeltje draaien, met hun benen wiebelen, de zitzak als gymnastiek- of judomat gebruiken, geestdriftig meepraten, in een meegebracht boek lezen, zitten neurien of hummen. En als het daar bij blijft heb je mazzel.
Reageer stoicijns. Het enige wat je te doen staat is je niet van je stuk laten brengen en  geconcentreerd verder babbelen.
Ik heb de afgelopen week voorgelezen in boekwinkels, in bibliotheken en in schoolklassen.  En ik moet zeggen: het was onvoorstelbaar leuk en verrassend. Het was grandioos om te worden geconfronteerd met jonge lezertjes. Sommigen waren lezertjes in de dop. Jaja, vierjarigen en vijfjarigen waren geen uitzondering, eerder regel, in de winkels en in de bibliotheken. Ook al lees je voor als een popheld, een rockstar of een rap-king, als je een verhaal brengt dat bedoeld is voor acht- negen- en tienjarigen (en heel slimme 7-jarigen) er is na twee minuten geen land te bezeilen met die kleintjes.
Wat te doen om ook dat grut te boeien? Ik onderbrak mijn verhaal, zei dat ik straks een boek uit de winkel zou pakken dat speciaal geschikt was voor jou en jou - en jij en jij mogen straks ook luisteren, en op slag waren de kleinsten weer bij de les. Ze waren even als groep en als individu aangesproken en voelden zich daarna meer bij het samenzijn betrokken.
Wat heerlijk voorleest (waar je natuurlijk een leuke intro aan laat voorafgaan) is zitten, staan en door de ruimte lopen voor klassen. Ik was vorige week al op De Kring in Alkmaar - bij groep zeven van juf Chantal - en dat was een feest. De kinderen waren zelfs een beetje voorbereid en vroegen na het voorlezen mij het hemd van het lijf. Zaterdag kreeg ik een door de kinderen gemaakt fotoboek van de voorleesochtend. Een heus, met garen ingebonden dankboekje. Bijna onvoorstelbaar in deze snelle tijd. Ook hedenmiddag, in de aula van de Rosj Pina, in het Amsterdamse Buitenveldert, was het heerlijk. De kinderen (2 x achtereen een gehoor van 60 leerlingen) kwamen een beetje druk binnen - logisch, zaterdag was het Jom Kippoer en deze week is het Loofhuttenfeest met aansluitend een herfstvakantietje, dus er lag pret in het verschiet -  maar die prikkels waren al snel verdwenen toen we begonnen aan de lees- en luistersessie. Net als op De Kring bleef wat men noemt 'de spanningsboog' mooi strak. Ook weer doordat het leeuwenwelpendeel van de kinderen tussen de 7 en 10 jaar oud waren. Bijna ideaal voor de boeken (met cd) van Karel Cavia.   
Ook vanochtend bij boekhandel Feijn in Alkmaar ging het prima. Daar waren weliswaar wat 'kleintjes' bij, maar de 40 kinderen van De Cilinder luisterden met gespitste oren naar de verhalen die ik las. En dat was voor hen een prachtprestatie. Want op hun schoot rustten de boeken die ze al hadden uitgezocht. Er is op die school een leuk spaarsysteem. Het hele jaar door wordt geld opzij gelegd voor de boeken die in de Kinderboekenweek worden aangeschaft. En ondanks die nabije vers verworven schat bleef hun aandacht bij de verhalen. Vroeger zou men hebben gezegd: hulde, hulde, hulde...
--> voorlezen in boekhandel Plukker in Schagen

Nog even dit: het voorlezen in de bieb van Kampen werd versterkt door de schetsen die Iris Boter ter plaatse maakte. Het was hartverwarmend om te zien dat een vier- of vijfjarig jongetje, Ruben genaamd. de tekening van Iris op de flapover eigenhandig mocht inkleuren...
Vandaag dus een Joodse school. Met een katholieke, een christelijke en een openbare heb ik ook kennis mogen maken. Ben benieuwd of binnenkort een islamitische basisschool zich meldt om mij een paar verhalen van Karel Cavia te laten vertellen. Ik verheug me erop...

zondag 18 september 2011

Wel en wee van een uitgever (2)

Vanmiddag (zondag 17 sept.) de ‘plot-proeven’ van Karel 1 en Karel 2 met correcties in de bus van de drukker gestopt. Kunnen ze er morgen meteen aan beginnen. Een aantal jongens en meiden van Drukkerij Slinger start de werkdag om 7.00 uur p.m. En om die tijd hoop ik nog op een oor te liggen. Maar alle kans dat Jansen matineus wil worden uitgelaten.
Co niet. Co stapt als een volmaakte stoicijn door onze ruimtes en vindt zijn kattenbak, waar we die ook plaatsen. Alleen als Jansen hem achterna zit omdat een onverhoedse beweging van katertje Co de ‘jachthondgenen’ in hem wakker roepen, maakt Co wel eens een sprong die op een lichte vorm van paniek lijkt.
 Helemaal zeker van wat langer blijven liggen, ben ik niet. En ik moet morgen uitgeslapen zijn omdat nog steeds dat probleem ‘Master-cd van deel 1 onbruikbaar’ zeurt. Echte zorgen maak ik me er niet meer over want Lennard (de man van de studio) heeft gereageerd op een sms-je. Vruchteloos bleken de pogingen per telefoon en voice-mail, Tevergeefs ook mailden we, maar een simpel sms-je bracht uiteindelijk uitkomst. Lennard liet weten dat hij maandag terug is van zijn wittebroodsvakantie.

Het noodscenario – dat nu vervalt - stak goed in elkaar. De cd-perserij kon niet precies aangeven wat er aan de master-cd mankeerde. Wat ik uit divers relaas begreep was dat er mogelijk wat ‘bitjes’ ontbraken en dat de computertest die aan het persen voorafgaat negatief was uitgevallen.  Uiteindelijk gaf ik een fiat om toch maar een aantal cd’s  te trekken (waardoor er iets met ‘glassmasteren’ moest gebeuren??? Ik ben maar een eenvoudige schrijver/uitgever). Dan zouden we bij het afluisteren kunnen constateren hoe de stemmen en de instrumenten doorkwamen op cd’s die supersnel geperst waren. Als het resultaat zou tegenvallen, hadden we nog een ideetje achter de hand: Lennard had ons MP3-tjes van alle onderdelen gestuurd. In het ergste geval konden we die achter elkaar zetten, naar de perserij sturen, waar dan van die fragmenten een master gefabriceerd zou kunnen worden. Maar kwaliteitsverlies zat er dan dik in.

Goed, daar hoef ik dus niet meer bang voor te zijn, nu Lennard morgen terugkeert en als de wiedeweerga een nieuwe master-proof moet afleggen.
Pak van mijn hart. Maar eerst zien en dan geloven. Hij zal in zijn supra geoutilleerde geluidsstudio, die werkelijk met een Hilversumse geluidswerkruimte kan wedijveren, toch nog wel het basismateriaal van Karel hebben?

Ga weg twijfel. Denk positief Rob. Morgen lach je om het probleem dat dan niet meer dan een hobbeltje was op die elke keer weer enerverende weg die leidt tot de uitgave van een boek, in dit geval twee tegelijk.
Voor mij is die weg ook nog eens een ‘Romantische Strasse’. Ik wou namelijk vroeger  al een vrije schrijver en vrije uitgever worden. Door de fuik van hypotheekbanken en door mijn zorgzame aard koos ik bij het opbouwen en begeleiden van een gezin voor de veilige tijdschriften- en dagbladjournalistiek. Maar sinds een paar jaar - de uitgeverij bestaat sinds 2009 en verdubbelt tot nu toe elk jaar het aantal uitgaven en navenant de omzet -  is er voor mij een compleet en gelukkig werkzaam leven gekomen.

Wat heb ik geleerd van dit knagende onzekerheidje? Waarom net pech op het moment dat je denkt dat alles in kannen en kruiken is? Ik zou mezelf moeten voornemen om tegenslag makkelijker maar vooral geduldiger te verduren. Een oplossing is altijd in zicht. Misschien vergt een karwei wat meer tijd maar je bereikt uiteindelijk het doel.
Feitelijk kun je dankbaar zijn voor een lichte tegenslag.
Ik denk dat ik daarom ook de slogan van de fabrikanten van electrische fietsen afwijs . Die luidt ongeveer: ‘Met deze fietsen hebt u altijd de wind mee.’
Niks. Weg met die electrisch aangedreven fietsen. Ga gewoon zelf trappen. (Tenzij je dat natuurlijk niet meer kunt). Senioren (en steeds jongere trapfietsverlaters), laat u niets wijsmaken. Want het is goed voor een mens ook wel eens wind tegen te hebben. 

Wel en wee van een uitgever

Soms zit het mee; soms zit het tegen.
Er zijn mensen die deze dooddoener een verlengde visie meegeven: ‘Ik heb nu al zo’n poos de wind mee, het zal binnenkort vast gaan stormen en dan moet ik tegen de wind optornen.’
Ongeveer dit gevoel, maar dan niet aankondigend maar achteraf, overviel mij toen er plompverloren – ik was er absoluut niet op voorbereid – een telefoontje kwam van de cd-perserij: ‘Track 1 van de cd Karel 1 is onbruikbaar. Wij hebben een nieuwe master-cd nodig’.
Wat was er gebeurd? Op een of andere wijze was er een beschadiging of in ieder geval een mankement gekomen aan de master-cd, waarvan 2200 exemplaren moeten worden getrokken. Gebrand beter gezegd en dat branden gebeurt met een ultramoderne machine die zo’n editie in rap tempo uitspuwt.

Het was tot dan toe allemaal zo mooi verlopen. De totstandkoming van de uitgaven ‘Karel Cavia’ en ‘Karel Cavia zet de klas op stelten’ had energie gevreten maar het zicht op het resultaat, dat wonderwel onze bedoelingen benaderde, was bijkans een prachtig panorama. De verhalen waren geschreven en ingesproken, er was muziek onder gezet. Vier dagen studio. Perfect resultaat. De tekenaar Iris Boter kwam, naarmate het schetsen en inkleuren vorderde, steeds leuker en onverwachter uit de hoek, Isabel van Daesdonk had al met tekst en beeld gestoeid en vond een lijn die alle medewerkers meer dan vrolijk stemde, de drukorders en de planning waren afgesproken, een nieuwe opslagruimte – 4400 boeken zijn al gauw zes pallets – was gehuurd, de raamposters, ansichtkaarten, en 1600 flyers voor evenzoveel boekhandels waren gedrukt en konden worden verstuurd, kortom, het leven lachte de uitgever toe.

En dan zo’n telefoontje. ‘De master-cd van deel 1 is onbruikbaar. De master-cd van deel 2 is in orde maar 1 moet echt opnieuw. Laat jullie technicus de cd vooral langzaam branden en een goede kwaliteit CD-R gebruiken…’’

Bellen naar Lennard. Zijn mobiel geeft de voicemail. Het vaste nummer van zijn studio geeft ook het antwoordapparaat. En zijn vriendin, die de agenda van de studio en andere administratie bijhoudt, laat ook weten dat ik een boodschap moet inspreken. Er bekruipt mij een gevoel van onrust. De flow die Karel teweegbracht, wordt toch niet gestuit omdat Lennard toevallig weg is, toch?

Ik prent mezelf in dat Lennard zich straks of vanavond wel meldt. Maar omdat ik de gevolgen van de nare cd-boodschap zo snel mogelijk wil wegpoetsen, blijf ik zoeken naar instant-oplossingen. En dan ineens schiet het door me heen. Lennard is in juli getrouwd, is toen een weekje met zijn bruid weggeweest, en zou, als ik me goed herinner in september een echte huwelijksreis maken naar Portugal.
‘Rangedang…’, die gedachte komt hard aan… Want geen Lennard, betekent geen nieuwe master-cd…

(Wordt vervolgd)




vrijdag 2 september 2011

Eigen aansluiting bij CB



Allemachtig, wat komt er een hoop bij kijken als je een geillustreerd kinderboek wil uitgeven. Om precies te zijn: twee kinderboeken, want Karel Cavia 1 èn Karel Cavia 2 worden op 1 oktober 2011 door het geboortekanaal geperst.
Nou ja, het persklaar maken geschiedt bij onze uitgeverij De Liefde en het persen zelf gebeurt natuurlijk op ‘de offset’ van de gerenommeerde drukkerij Slinger in Alkmaar, waarna de kleurige vellen naar de brocheerderij in Leiden gaan, om daar op maat te worden gesneden en gebundeld.
Maar voor het zover is…
Daar was eerst het schrijven. In krap vier weken stonden er 15 verhalen in de steigers. Verhalen met Karel in de hoofdrol. Die praat je door met de andere uitgever. De thema’s die lichtvoetig worden aangeraakt of stevig worden behandeld, zijn niet in strijd met de gedachte die Uitgeverij De Liefde wil uitdragen. Als het om kinderboeken gaat mag het niet plat, schreeuwend of al te oppervlakkig zijn.   Grappige, vrolijke, ontroerende en zelfs leerzame momenten daarentegen worden omarmd.

Maar omdat kinderen en vooral jongens op dit moment zo slecht lezen, is het zinnig om de verhalen ook op cd mee te leveren. Opdat de jeugdige fine fleur eerst kan luisteren, misschien wel twee of drie keer, vooraleer zij aan de gekoppelde lettergrepen begint.  Goed, de studio in. Met een musicus en de schrijver/uitgever die zijn eigen stem maar eens uitprobeert. Hetgeen volgens de technicus, de componist/muzikante en de soms meekritiserende uitgeefster meer dan een redelijke poging is.

We reizen ook naar Kampen, naar de illustrator. Een door de wol geverfde tekenaar, Iris Boter. Met haar wordt het karakter van Karel Cavia doorgesproken. Hij is een durfalletje, een braniemannetje maar met een hartje van goud en hij is soms enkele momenten mooi in zichzelf gekeerd en komt dan met een onverwacht denkbeeld of met een wervelende actie. Iris stuurt zwartwit schetsen, die we aanpassen of meteen goedkeuren en dan kan er een bonte pracht overheen. Want de boeken worden in koeleur bezorgd - zowel in schoondruk als in weerdruk. 

We bepalen niet alleen de inhoud, ook de vorm, het lettertype, het maximale aantal woorden per alinea, het aantal plaatjes per pagina, het ontwerp voor het omslag. En ondertussen is er permanent overleg over de muziek en over de ‘plaatjes’.
Dan volgt: ISBN-nummers en streepjescodes aanvragen, eigen aansluiting bij het Centraal Boekhuis regelen, (tot voor kort zaten we bij een cluster-uitgever en via die weg werden onze boeken door CB uitgeleverd aan de nationale en Vlaamse boekverkopers). De opdruk voor de cd’s – Karel 1 en Karel 2 - digitaal sturen naar de cd-perserij,  ansichtkaarten en raamposters laten maken, extra opslagruimte huren, kranten-, radio- en televisieinterviews voor elkaar zien te boksen, voorleesdagen op scholen, in boekwinkels en bibliotheken plannen tijdens de Kinderboekenweek van 5 tot en met 15 oktober a.s.
De flyers met info en beeld gaan naar 1600 boekwinkels –jaja, daar zit de hele familie een weekend te vouwen en met Karel bedrukte enveloppes dicht te likken).
Als finale kwijting, in de laatste week van september, de cd’s achterin de boeken plakken.  Dan de boeken wederom in handzame dozen verpakken en een fiks aantal Karels nog voor de start van de Kinderboekenweek uitleveren: aan Feijn in Alkmaar, aan Plukker in Schagen, aan Stumpel in 6 Noord-Hollandse plaatsen, aan de Garve in Bergen; aan de Haarlemse, Rotterdamse en Kampense boekhandels die al op voorhand besteld hebben. En natuurlijk gaan er ook flink wat dozen naar het Centraal Boekhuis in Culemborg.
Ik heb al eerder onze uitgaven – o.m. ‘Zintuigenboom’ en ‘Energy Switch’ - naar dat gigantische boekenpakhuis gebracht. Maar dit keer rijd ik er fluitend en zingend heen. Dat extra plezier is er vanwege die eigen aansluiting bij het Centraal Boekhuis. Een eigen aansluiting; dan voel je je toch een beetje meer uitgever…


      


woensdag 17 augustus 2011

Kleine 'Thrillseekers'

Door mijn fanatieke sportbeleving zou ik gisteren, bij deelname aan het ‘boerengolfen’ in de polder, vermoedelijk een ruit van een belendende tomatenkas aan diggelen hebben geslagen.
 Ik heb ooit een lage rugblessure opgelopen omdat ik, tot en met de finaleworpen, bij het ‘boerendarten’ de hooivork te gretig in de strooien roos wierp.
Toen ik midden juli mijn verjaarscadeau besteeg, toetste ik op het display meteen twee kilometer in, liet me door de aftellende secondes opjutten tot een straf tempo en was, nadat ik in de droogroeisolorace als eerste was gefinished in een voor een beginneling veel te snelle tijd, de rest van de middag niet meer aanspreekbaar voor de verjaarsvisite.

Boerendarten, roeien of spinnen tegen de klok, een autorally met een occasion die maar 500 euro mag kosten, wij verzinnen van alles om fanatiek bezig te blijven. We zijn kleine ‘thrillseekers’ geworden. Als we maar uit ons dak kunnen gaan. We leven van prikkel tot prikkel, door anderen aangereikt: is het de ene dag niet de recordjackpot van de staatsloterij waarop we onze zinnen gezet hebben, de dag erna is er de loting voor de Europacup die we met spanning volgen of het zien vallen van een sporthal vol dominosteentjes waar we op vlassen. We maken ons druk om volstrekt onbelangrijke zaken die door ‘wichtigmachers’ behendig zijn opgeklopt. En we stinken er in, wij consumeren die onzin met graagte.

Wanneer nemen we het heft zelf in handen? Wanneer nemen we een gezonde afstand van die nerveuze actie-bedenkers? Voor vanavond heb ik een weloverwogen keuze gemaakt: ik kijk niet naar de Europacupwedstrijd op Ned. 3. Mijn thrill van vanavond is de film ‘Bienvenue chez les Ch’tis’, van Dany Boon. Ik heb hem twee jaar geleden al eens in de bioscoop gezien en nu de video ervan bemachtigd. Ik ga bewust kijken naar de Franse niemendal (maar wel een heel leuke niemendal) want ik heb zin om anderhalf uur onbekommerd te lachen.

maandag 15 augustus 2011

Karel Cavia in de studio


Caroline komt met haar afgebeulde rode Volvo voorrijden. We helpen haar de instrumenten de studio in te dragen. Lennard en ik graven ons een weg door schoenen, hemdjes, krantenknipsels en een holgehapte boterham met pindakaas en diepen zowaar van de achterbank en van onder de voorstoelen wat snaar-, slag- en blaasinstrumenten op. Carolines dochters Luna en Luce worden elke werkdag naar een prettige school in de Jordaan gebracht. Caroline woont in een oude molen, even buiten een Noord-Hollands dorp, en de dagelijkse ritten hebben de auto tot een verlengstuk van de woonkamer en keuken gemaakt.
Lennard heeft een supra-professionele studio ingericht, op het industrieterrein van Heerhugowaard. De kamer met de mengtafel heeft een zitbank waar Caroline op plaatsneemt als ik in het belendende zaaltje, waar dubbele, gecapitonneerde deuren elk storend geluid weren, de koptelefoon opzet en zo maar wat zinnetjes in de microfoon spreek.
In de mengkamer hoor ik de test terug. Hmmm. Ietwat aanzetten,  iets meer emotie. Maar dat komt wel goed, meent Lennard. Als de onwennigheid er maar eerst af is.
Per dag doen we drie tot vier verhalen. Eerst lezen, afluisteren, dan opnieuw lezen. En nu afluisteren met suggesties voor de muziek. Caroline verdwijnt naar de opnamezaal, kiest een altfluit, pakt de  koptelefoon, zet zich in positie, flanst een introotje en fluit er twee, drie variaties op.
Tijdens elk verhaal vallen haar ideetjes in die zij met een piccolo, een triangel, met huwelijksbelletjes of met een eigenhandig, van pvc-pijp geconstrueerde basfluit tegen de lettergrepen aan plooit.
Lachend, soms bulderend van pret horen we het resultaat terug. Nu dus met spreekstem en instrumenten en wonderschone kleine technische effectjes van geluidstovenaar Lennard.
 Karel Cavia piept, krijst, jodelt, zijn neef Daan bijt zijn tanden stuk op een sinterklaas- en een kerstlied, een tantetje roept ‘Oeh’ als het woord sex valt en een koortje van meisjes op het schoolplein zingt met een steeds toenemend aantal stemmen een aftelversje.
Voor je eraan begint denk je: die vijftien verhalen van een minuut of zeven doen we even. Spreken we makkelijk in twee dagdelen in, deuntje eronder, techniekje eraan vast en dan kunnen we ook nog op tijd thuis zijn om de rijst vast op te zetten.
Nou, het werden vier studiodagen. Vier onvergetelijke dagen, vol subtiele ideetjes en improvisatie. Vervuld van ernstige aandacht maar ook verwezenlijkt door pret en slappe lach.
Toen we voor de laatste keer de piep-, fluit- en slaginstrumenten naar de rode Volvo droegen, schoot het door me heen: Caroline en Lennard, ik had deze ervaring voor geen goud willen missen.

Introductie van mijn blog


Rob Bouber is mijn naam sinds 18 juli 1948. De voornaam werd die dag rond 18.13 uur geopperd in de verloskamer van het Wilhelmina Gasthuis in Amsterdam en enkele dagen later werd ik bij de burgerlijke stand en in het doopregister van de Vondelkerk in Amsterdam als meetellende burger ingeschreven als Robertus Antonius Bouber.
Ik wil u mijn jeugd in deze blogintro besparen. Mocht u toch geinteresseerd zijn in mijn jonge jaren, lees dan het rijk geillustreerde feuilleton 'Het Onbekommerde Leven' dat in 98 afleveringen in een aantal Nederlandse dagbladen verscheen en in 2006 als prachtband (alleen al door de foto's van het Maria Austria Instituut) is uitgegeven. Er zijn er 12.000 van over de toonbank gegaan. Het boek volgt in woord en beeld de belevenissen van een jongetje in de jaren 1948 tot 1960. De foto’s zijn van Eva Besnyö, Ad Windig, Paul Huf, Sem Presser, Philip Mechanicus, Kees Scherer, Henk Jonker, Carel Blazer en andere artiesten die de Rolleiflex hanteerden, de 6 x 6 camera, die op de buik hing als de sluiter klikte.
JONGETJE/MEISJE
Ik schreef een vervolg, (‘De Onbevangen Jaren’) dat handelt tussen 1960 en 1972, maar die roemruchte periode is gekleurd door de ervaringen van een jonge vrouw die haar puberteit beleeft. Onnodig te zeggen dat haar avonturen niet de mijne waren.
Wat wel weer overeenstemt met de biografische werkelijkheid is het ontroerende slot van dit boek, waarin het jongetje van deel I het meisje van deel II tegenkomt. Ja, zo ongeveer is de ontmoeting verlopen. Er werd getrouwd. En er werden twee kinderen gebaard. Inmiddels heb ik er door mijn tweede huwelijk twee (volwassen) stiefkinderen bijgekregen. En er zijn twee kleinkinderen.
JOURNALISTIEK
Ik ben dus opa en nog steeds schrijver. Tussen 1969 tot 2009 verschenen vijf boeken maar mijn dagtaak bestond vooral uit het produceren van journalistieke teksten. Alle genres: berichtgeving, interviews, recensies, commentaren, columns, beschouwingen. Acht jaar gewerkt als eindredacteur bij de tijdschriftenreus de Geillustreerde Pers en 32 jaar als kunstredacteur bij HDC Media. (O.m. Noordhollands Dagblad, Haarlems Dagblad, Gooi- en Eemlander en aangesloten bij de GPD).
In 1989 schreef ik de biografie van de materieschilder Willem Klein Schiphorst. In 1995 co-auteur van het bij Becht uitgegeven ‘Spelen met onzichtbare dingen’. In samenwerking met de HDC-kranten kwam in 2005 het boek 'Gezichten van Noord-Holland' uit, dat Noord-Hollandse landschappen van 1880 tot 1940 laat zien en beschrijft. De tweede druk is uitverkocht. En er komt, naar het zich laat aanzien, geen nieuwe druk.
In het najaar van 2012 rolt bij Uitgeverij De Liefde de biografie van de beeldhouwer Nic Jonk van de persen.
KAREL CAVIA
Maar eerst komt Uitgeverij De Liefde - eind september 2011 - met de eerste twee delen van een reeks voorlees-, lees- en luisterboeken over Karel Cavia. Een lekker eigenwijs kereltje, een caviaatje dat verbaast en soms zelfs verbijstert. Hij woont bij Plien en Pieter en hun ouders en heeft zowat dezelfde rechten (en iets minder plichten) als de mens-bewoners van het huis dat Karel als het zijne beschouwt. Ik ben met de componiste Caroline Ansink en met technicus Lennard Vaatstra vier dagen in de studio gekropen om Karels fratsen ook in te spreken en van muzikale accentjes te voorzien. 
Ik zal bloggen over het reilen en zeilen van Karel Cavia. Over het schrijven aan en het ordenen van ‘Nic Jonk’ en over Uitgeverij De Liefde in Koedijk, die ik met mijn lieftallige echtgenote Sylvia van Zoeren in 2009 oprichtte. Het zal ook over De Praktijk in Koedijk kunnen gaan, of over de Stichting Wijze Moeders want ook daar zijn wij, als ongesubsidieerde kleine zelfstandigen, verantwoordelijk voor.
Mijn bemoeizucht kent geen grenzen. Soms blog ik over iets dat me dwarszit, ergert; een andere keer over iets dat me amuseert of opvalt.
Karel Cavia twittert - soms baarlijke nonsens, soms debiteert hij fijnzinnige wijsheden.